Oud- prof Stephan Veenboer start nieuwe carrière
Oud-voetbalprof Stephan Veenboer (33) is op 15 oktober 2020 officieel gestart als voetbalzaakwaarnemer. De voormalig- keeper van onder andere Vitesse, Almere City en Telstar behaalde afgelopen jaar zijn zaakwaarnemerslicentie. Nu wil hij spelers uit de Nederlandse topamateurcompetities gaan begeleiden en helpen een passende club te vinden. De Amsterdammer introduceert daarvoor een nieuw concept, waarin hij wekelijks zelf met zijn jongens op het veld staat. Een ambitieus plan, maar hoe wil hij een succesvolle zaakwaarnemer worden?
Hoe ben je op het idee gekomen om zaakwaarnemer te worden?
‘Ik ben zelf nog altijd voetballer bij Ajax amateurs, maar ben onlangs 33 jaar geworden. Daar komt ook nog eens bij dat ik de afgelopen twee seizoenen hele zware blessures heb gehad. Ik heb twee keer een spier in mijn bovenbeen afgescheurd en ook mijn enkel gebroken. Dan ga je wel inzien dat het einde van je voetbalcarrière in zicht komt. Ik ben gaan nadenken wat ik verder wilde doen binnen de voetballerij. Ik bedacht me dat ik in het verleden al werkzaamheden als zaakwaarnemer had gedaan. Als ik vrienden had die goed konden voetballen, zorgde ik ervoor dat zij bij mijn club kwamen spelen. Daar werd mijn club sterker van en ik maakte een vriend blij. Ook hielp ik vrienden en kennissen om binnen te komen bij clubs waar ik eerder had gespeeld. Ik meldde me dan bij het bestuur en vertelde dat ik een goede speler voor ze had. Eigenlijk heeft het leven van een zaakwaarnemer dus altijd al een beetje in me gezeten.’
Hoe wil je je onderscheiden ten opzichte van andere zaakwaarnemers?
‘Ik heb gemerkt dat er in de amateurwereld ruimte is voor mensen met een netwerk. Mijn netwerk binnen de amateur- en profwereld is heel groot, waardoor ik spelers aan de juiste club kan gaan helpen. Mijn belangrijkste taak is, net zoals die van alle andere zaakwaarnemers, om spelers aan een passende club te helpen. Daarnaast heb ik ook als doel om mijn spelers echt beter te maken. Een vaste dag in de week ga ik met mijn jongens trainen op het voetbalveld van FC Amsterdam. Op die manier heb ik wekelijks contact met de jongens en kan ik ze helpen om voetballend beter te worden. Ik heb op het hoogste niveau van Nederland gespeeld. Met die ervaringen kan ik de jongens helpen in hun ontwikkeling als voetballer en adviseren om binnen- en buiten het veld de juiste keuzes te maken. Dit totaalpakket is een concept wat je nog nergens ziet.’
Je hebt zelf ook veel zaakwaarnemers gehad. Neem je nog iets van hun werkwijze over?
‘Eén van mijn eerste zaakwaarnemers was Sjaak Swart. Hij was een hele warme man waar ik altijd heel erg goed contact mee had. Absoluut een voorbeeld voor mij. Vanuit mijn latere ervaringen met andere zaakwaarnemers weet ik juist ook heel goed hoe het niet moet. Ik merkte dat er weinig ruimte was voor persoonlijk contact op het moment dat het nodig was. In tijden van succes werden mij gouden bergen beloofd, maar wanneer het minder ging in mijn carrière verdween de aandacht en lieten de meesten zaakwaarnemers mij als een baksteen vallen. Het is iets wat ik ook bij spelers uit mijn stal vaak terug hoor komen. Veel jongens hebben in de jeugd bij grote profclubs gespeeld. Ze hadden potentie om de top te halen en tekende op jonge leeftijd een contract bij een zaakwaarnemer. Wanneer de stap van het jeugdvoetbal naar het seniorenvoetbal te groot bleek te zijn, waardoor de kwaliteit die er in zit er niet direct uitkwam, werden veel jongens in de steek gelaten. Ik wil er juist voor mijn jongens zijn als het minder goed met ze gaat door ze wekelijks te zien, met ze te trainen en te praten over dingen waar ze tegenaan lopen.’
Je bent pas net begonnen, maar je ‘stal’ groeit snel. Hoe snel wil je in de toekomst gaan uitbreiden?
‘Ik probeer niet om nu al te groot te denken. Op dit moment heb ik tien jongens onder contract staan en dat hadden er nog veel meer kunnen zijn. Ik heb veel jongens afgewezen, omdat de plannen die ze hadden naar mijn mening te hoog gegrepen waren. Je kan alleen werken met jongens die realistische doelstellingen hebben. Mijn insteek is niet om puur en alleen geld aan ze te verdienen. Vooralsnog heb ik een fulltime baan en doe ik mijn werkzaamheden als zaakwaarnemer daarnaast, omdat ik het leuk vind. Ik denk daarbij dat ik niet te ongeduldig moet worden. Het zaakwaarnemerschap is een ervaringsvak. Een zaakwaarnemer moet een groot netwerk hebben en je dat breid je in de loop van de jaren geduldig uit. Uiteraard is het wel een jongensdroom om een eigen kantoor en goed lopende zaak te hebben, maar het belang van de spelers staat bij mij voorop. Het allerliefst zie ik over een paar jaar een stijgende lijn in de kwaliteit van de spelers, die ik naar een passende club heb begeleid.’
Dit artikel van redacteur Martijn Kramer is ook terug te vinden in de recent verschenen decembereditie van 433 Magazine.