ABBA-procedure en vierde wissel in amateurvoetbal
In het seizoen 2018/’19 zal er met twee spelregels geëxperimenteerd worden in het Nederlandse voetbal. Strafschoppenseries zullen genomen worden volgens het ABBA-principe en aan teamofficials, zoals een trainer of verzorger, kunnen gele en rode kaarten worden getoond.
Waar in het amateurvoetbal alleen met het ABBA-principe wordt geëxperimenteerd geldt dat, na overleg met onder andere het Technisch Platform met daarin een vertegenwoordiging van clubs uit zowel de Eredivisie als Keuken Kampioen Divisie, met beide spelregels in het betaald voetbal wordt geëxperimenteerd.
ABBA-procedure
Bij de ABBA-procedure begint team A met een strafschop, is vervolgens team B twee keer aan de beurt, vervolgens weer team A twee keer, enzovoort. Ook als er na twee keer vijf strafschoppen een gelijke stand is, gaat de strafschoppenserie door volgens dit principe – uiteraard met sudden death. De eerste keer dat de ABBA-procedure bij een strafschoppenreeks kan worden toegepast is bij de Johan Cruijff Schaal, tussen PSV en Feyenoord op zaterdag 4 augustus.
De verwachting is dat met deze procedure beide teams een gelijkere kans hebben op het winnen van de strafschoppenserie, omdat de druk eerlijker verdeeld wordt over spelers van beide teams. De ABBA-procedure zal zowel in het betaald voetbal als bij de amateurs van toepassing zijn.
Vierde wissel
Eerder is op deze manier geëxperimenteerd met de Video Assistant Referee, die in februari is opgenomen in de definitieve spelregels van het voetbal, en een vierde wissel in de verlenging. Ook die regel maakt inmiddels onderdeel uit van The Laws of the Game, waardoor komend seizoen in alle verlengingen – zowel in het betaald voetbal als bij de amateurs – een vierde wissel toegepast kan worden.
Bron: KNVB