In iedere editie interviewt 433 Magazine een ‘prof’ die een connectie heeft met Haarlemmermeer en vanzelfsprekend natuurlijk ook met voetbal. Dit keer staat Heini Otto centraal in deze rubriek.
Bij de volgers van 35 jaar en ouder is hij zeker een bekende naam. In 1974 debuteerde de ras Amsterdam, die opgroeide in de Jordaan, bij de plaatselijke FC ofwel ‘De Lieverdjes’ in het betaalde voetbal. Daarna verkaste Otto naar FC Twente. Het Engelse FC Middlesbrough en FC Den Haag waren zijn andere werkgevers. Ook droeg Otto éénmalig het Oranje shirt en had hij lang een bijzonder record in handen door tussen 18 augustus 1985 en 3 november 1991 221 opeenvolgende wedstrijden in het betaalde voetbal te spelen zonder ook maar één minuut te missen. Otto, inmiddels 62 jaar, is nog altijd werkzaam in de voetballerij. In de technische staf van Ajax vormt hij een ‘bindende factor.’ En daar geniet hij nog steeds met volle teugen van. Op sportpark De Toekomst spraken we met Otto over onder meer zijn lange carrière als speler en zijn werkzaamheden bij Ajax.
Dagelijkse leven
Otto is bij Ajax begonnen aan zijn 23ste seizoen en maakt de laatste jaren deel uit van het team ‘Operations’. Hij heeft zo een takenpakket met veel variatie. ‘Ik assisteer als trainer bij diverse teams. Bij de onderbouw kan je dat ook een beetje zien als een mentorrol. Verder ben ik veel op pad voor clinics, geeft lezingen aan het bedrijfsleven en ben ik nauw betrokken bij de maatschappelijke projecten van de Ajax Foundation. Ik werk in mijn huidige functie veel samen met Simon Tahamata en Thijs Lindeman. Mijn rol is wel een beetje vergelijkbaar met mijn carrière als voetballer. Ik spring bij waar nodig en ben een beetje het cement tussen de stenen.’ Een rol die de joviale Otto zichtbaar past als een warme jas. Van de chauffeur van de bus, tot de vele jeugdtrainers van de club en de spelers. Otto kent ze allemaal en heeft voor iedereen een vriendelijk woord over en maakt graag een dolletje. ‘Herman niet teveel appeltaart he?’,zo roept hij tijdens het gesprek met de redacteur van 433 Magazine even zijn collega toe.
Ambitie
Een loopbaan als prof. Voor Otto wat dat als jong kind zeker al een ambitie en nog belangrijker talent was er zeker. Eerst moest echter een ander doel bereikt worden. ‘Ik wilde net als mijn vader, mijn grote voorbeeld, spelen in SDW 1. Helaas verloren we in een beslissingswedstrijd om het kampioenschap in 1A op het veld van SV Huizen met 1-0 van Elinkwijk. Op zijn negentiende vond Otto de tijd wel rijp om zijn vleugels uit slaan en de stap naar de profs van FC Amsterdam te maken. Hij kwam op een mooi moment binnen. ‘De Lieverdjes’, die niet alleen goed konden voetballen maar ook een hechte vriendengroep vormden, maakten indruk in Europa. Inter Milan en Fortuna Düsseldorf waren niet opgewassen tegen FC Amsterdam. Pas in de kwartfinale bleek FC Köln een maatje te groot. In diezelfde periode beleefde Otto een heel bijzonder moment in zijn carrière wat voor hem zeker niet in dit artikel mag ontbreken. In 1975 bracht Otto zijn teamgenoot Jan Jongbloed naar het vliegveld voor een vriendschappelijke uitwedstrijd tegen Joegoslavië. Daar aangekomen bleek dat Willem van Hanegem niet was komen opdagen. Trainer George Knobel verzocht Otto vervolgens om zo snel mogelijk thuis zijn voetbalspullen op te halen. In de wedstrijd viel hij na 71 minuten in voor Peter Arntz. ‘Zodoende heb ik ook nog voor de oud-internationals mogen spelen. Dat is natuurlijk harstikke leuk.’
Engeland
Ook aan zijn buitenlands avontuur bij het Engels FC Middlesbrough, na zijn periode in het oosten van Nederland bij FC Twente, heeft Otto mooi herinneringen. Een karakteristieke kopbal waarmee hij Tottenham Hotspur velde, staat hem nog helder bij. De meeste Engelse jaren waren na de degradatie wel op het één na hoogste niveau. Niemand minder dan de legendarische manager Jack Charlton (De Giraffe) was in deze periode ook zijn trainer. ‘Hij wilde niet dat je als speler ging dribbelen. Je moet de bal, maar gewoon via een lange bal in de lucht naar voren schieten. Dan maakt je een één- tweetje met god.’ Met dit kick en rush-voetbal bleek hij later met de Ierse nationale ploeg zeer succesvol.
Hoofddorp
Na vier jaar in Engeland keert Otto, inmiddels vader van een tweede dochter, met zijn gezin terug naar Nederland. Hoofddorp wordt de nieuwe woonplaats. Nu, 31 jaar later, woont hij daar net als een aantal familieleden nog steeds met veel plezier. ‘Mijn oudste kleinkind speelt ook bij SV Hoofddorp en de meiden doen aan dansen. Ik vind het erg leuk dat ze sporten en bewegen en daar veel plezier aan beleven.’ Hoewel de 30 gepasseerd, volgen er voor Otto na terugkomst in Nederland nog een aantal prachtige jaren bij FC Den Haag. In 1988 wordt Co Adriaanse, die hem later als trainer naar Ajax zou halen, de nieuwe eindverantwoordelijke in Het Zuiderpark. Adriaanse introduceert het Kerstboomsysteem, een revolutionaire speelwijze met vier verdedigers op lijn, drie middenvelders waarvan één controleur, twee bewegende schaduwspitsen en een spits en is daarmee uitermate succesvol. Een ongeslagen kampioenschap in de eerste divisie (1989) volgt. ‘Dat systeem was Den Haag echt op het lijf geschreven. Ik was vier jaar lang de ‘piek’ van Co. ‘Ik was als spits niet erg snel, maar kon wel prima een bal vasthouden en bovendien sterk met de kop. Het type dat met zijn rug naar het doel speelde. De meeste spelers gaan naar mate ze ouder worden steeds verder naar achteren spelen. Bij mij was dat eigenlijk precies andersom. Wel ben ik als spits begonnen bij FC Amsterdam. In mijn carrière heb ik eigenlijk op alle positie behalve keeper gespeeld. Het allerbelangrijkste was voor mij om opgesteld te staan.’
Ajax
Het bekende zwart gat voor voetballers na hun carrière, Otto heeft er geen last van gehad. Via Co Adriaanse kwam de Amsterdammer toch terecht bij Ajax. Vrijwel alle jeugdteams passeerden als trainer de revue. Ook was Otto assistent bij het eerste onder Morten Olsen en Jan Wouters. Later werd hij als eindverantwoordelijk gedetacheerd bij HFC Haarlem dat op dat moment als satellietclub van Ajax fungeerde. Op 12 juni 2002 werd bij een routinematige medische controle een acuut hartprobleem vastgesteld door clubarts Edwin Goedhart. Twee dagen later ondergaat Otto succesvol een negen uur durende openhartoperatie. Na een lange revalidatie geeft Ajax hem de gelegenheid om weer terug te keren op De Toekomst als jeugdtrainer. De donkere bladzijde in zijn leven heeft zeker zijn impact gehad. ‘Ik geniet zeker meer en leef meer bij het moment. Ik ben dan ook heel blij met allemaal wat ik ook hier bij Ajax allemaal kan doen. Met allerlei mensen omgaan en in contact komen en dat ook nog in combinatie met voetbal. Voor mij is dat het mooiste wat er is.’
In het kort
Voetbalcarrière
Betaald voetbal gespeeld bij: FC Amsterdam, FC Twente, Middlesbrough, ADO Den Haag
Nederlands elftal: 1 interland (als invaller) tegen Joegoslavië in 1975
Was trainer bij: FC Den Haag (jeugd), Ajax (jeugd), HFC Haarlem (assistent en hoofdtrainer).
Momenteel weer werkzaam bij de jeugdafdeling van Ajax.