ADO'20 wil sportief blijven scoren met meer 'eigen' jongens
Mede door het kampioenschap in de derde divisie kende ADO’20 een heerlijke zomer. De Superezels uit Heemskerk mogen zo op het hoogste amateurniveau onder meer strijden tegen de voetbalreuzen uit de Bollenstreek, AFC, Spakenburg en De Treffers. Voorzitter Jos Beerse blijft bescheiden. ‘Het kwartje viel vorig seizoen voor ons (vaak) de goede kant op.’ Aan het nieuwe avontuur in de tweede divisie begint ‘zijn’ ADO’20 dan ook onbevangen. Onze ambitie is en blijft zo hoog mogelijk spelen, maar het woord moeten kennen we niet.’
Voor Beerse - bezig aan zijn 2e termijn als voorzitter van de club - springt het thuisduel tegen runner-up VVSB eind februari er bovenuit in de lange weg naar het kampioenschap. ‘We stonden een kwartier voor tijd nog met 1-3 achter en maakten ver in blessuretijd de 3-3. Voor ons voelde dat als een bevrijding, want bij verlies had VVSB de koppositie van ons overgenomen.’ Volgens Beerse heeft ADO’20 zeker iets te zoeken tussen de amateurelite. ‘Ik schat in dat we tegen een ploeg of zeven, acht goed kunnen strijden en een positie bovenin het rechterrijtje mogelijk is.’ Dat ADO’20, als hoogste spelende club in de regio, aantrekkingskracht heeft op goede voetballers is zeker en daar maakt het natuurlijk graag gebruik van. Zo is de talentvolle, aanvallende middenvelder Joey van Esveld van Vitesse’22 één van de nieuwe gezichten in de selectie van de Heemskerkers. Van de basiskrachten uit het kampioensteam maakte Ruben Doesburg al vroeg in het vorige seizoen zijn vertrek naar Katwijk kenbaar.
Eigen jeugd
Beerse erkent dat het opleiden van de eigen jeugd de laatste jaren iets is ondergesneeuwd. Zo vertrokken aan het eind van het vorig seizoen een paar talentvolle spelers naar buurman ODIN’59 omdat ze het nu nog niet redden om bij de selectie te komen. Ze hebben tegenwoordig minder geduld om op hun kans te wachten en dat steekt de voorzitter. ‘Wij willen in de toekomst als ADO’20 dat er tussen de 30- en 50 procent zelf opgeleide spelers in het eerste elftal spelen. Met onder meer de aanstelling van Edwin Reder als het nieuw hoofd jeugdopleiding moet hier een aanzet voor worden gegeven om het percentage zelf opgeleide spelers in de selectie op te krikken. In het huidige eerste is Sam Nijman een speler die bewijst dat dit mogelijk is. ‘Ik vergelijk hem weleens met Franco Baresi (verdediger uit de ‘gouden periode’ AC Milan red.). Hij is zo comfortabel aan de bal. Hij is niet nerveus te krijgen en vindt overal een oplossing voor’, zo steekt Beerse de loftrompet over Nijman.
Pijlers
Het eerste elftal is belangrijk voor ADO’20, maar de club heeft meer pijlers. Zo maakt Vrouwen 1 de laatste seizoenen veel indruk. Onder leiding van clubman Patrick Hulshof is het team opgeklommen naar de eerste klasse. Indrukwekkend is zeker ook het aantal meiden- en vrouwen dat bij ADO’20 speelt. Op een aantal van 950 spelende leden zijn dat er circa 175. Volgens Beerse zorgt dat voor een aangename dynamiek op de club. Als voorbeeld noemt de voorzitter de donderdagavond waarop alle selectieteams van de senioren trainen. Eens in de zes weken is er na afloop een gezamenlijk etentje dat de teams zelf bij toerbeurt verzorgen. Ook de O23 en O19 draaien verdienstelijk mee aan de bovenkant van de voetbalpiramide. Naast zondag 1, dat door de promotie naar de tweede divisie, komend seizoen vaak op zaterdag zal spelen, heeft ADO’20 ook nog een Zaterdag 1. Onder de nieuwe oefenmeester Hilmar de Groot, overgekomen van FC Uitgeest en in het verleden al actief bij de club, hoopt ADO’20 dit seizoen een gooi te doen naar promotie naar de tweede klasse.
Beleid en vrijwilligers
Om ook op de lange termijn een gezonde club te blijven is voldoende aanwas aan de onderkant van de piramide natuurlijk cruciaal. Bij ADO’20 begint het allemaal met de kabouters en die worden op een leuke manier in de schijnwerper gezet. ‘Zij spelen regelmatig een voorwedstrijd of toernooitje voorafgaand aan het duel van het eerste. Daarna mogen ze aan de hand van een speler ook het veld oplopen.’ Een leuk initiatief dat Beerse als voorzitter zelf introduceerde is de vrijwilliger van de maand. ‘Degene die gekozen is mag zelf het stokje ook weer overdragen en dient daarbij te kiezen voor iemand van een andere afdeling. Zo maak je een wandeling door de hele vereniging heen en je leert zo veel mensen kennen. Dat maakt het clubgevoel nog sterker en dat komt onder meer in een (volle) kantine, de ziel van een vereniging, naar voren.
Dit artikel zullen we ook publiceren in de najaarseditie
Tekst: Johan van Dien
