'Als deze groep bij elkaar blijft, kunnen ze nog jaren door'
Arjan van der Laan is een bekende naam in de voetballerij en zeker niet alleen in het amateurvoetbal. Voor onder meer Sparta Rotterdam en FC Twente kwam hij als speler tot 423 wedstrijden in het betaalde voetbal. Een schat aan trainingservaring heeft Van der Laan ook. De bescheiden zondag tweedeklasser Altior uit het nietige Langeraar hoopt er dit seizoen van te profiteren.
De combinatie Altior en Van der Laan mag je voor het gros van de voetbalvolgers gerust opvallend noemen. De oefenmeester (50) staat er zelf iets anders in en heeft er een vrij logische verklaring voor. Het niveau waarop een club speelt, geeft voor hem niet meer de doorslag. Ruim twee jaar geleden maakte de oud-prof nog deel uit van de technische staf van Sparta Rotterdam onder oefenmeester Dick Advocaat. Zijn opvolger Henk Fraser mocht daarna zijn eigen staf samenstellen. ‘Dat was vrij laat in het seizoen en veel vacatures in het voetbal waren al ingevuld. Ik ben toen verder gaan kijken en kreeg de kans om als locatiemanager bij Sportbedrijf Rotterdam aan de slag te gaan, waar ik mede verantwoordelijk ben voor het onderhoud van de buitensportaccommodaties. Een mooie en drukke baan waar ik veel plezier aan beleef. Altior, dat twee keer in de week traint, is een leuke club die ik daarmee prima kan combineren.’
Zijn laatste klus op het trainingsfront was vorig seizoen samen met Gerry Vink bij TEC uit Tiel, dat uitkomt op het hoogste amateurniveau. Het avontuur eindigde abrupt door de uitbraak van de coronapandemie. ‘Het voetbal miste Van der Laan zeker, maar er was ook extra tijd voor andere dingen, zoals het gezin en af en toe hardlopen. Daarnaast assisteerde hij bij voetbalschool De Complete Techniek in Alphen aan den Rijn. Het kenmerkt de echte liefhebber in Van der Laan die als trainer onder meer werkte bij Sparta, FC Utrecht en zelfs ruim een jaar bondscoach was van de Oranje Leeuwinnen. Bij Altior, dat voor het derde seizoen uitkomt in de tweede klasse, heeft hij een erg jonge en leergierige groep onder zijn hoede gekregen. ‘De vereniging kende ik wel, maar de spelers niet. Ik ben er redelijk blanco ingestapt. Voor de zomer hebben we al een aantal weken met elkaar getraind en zo heb ik me alvast een beeld kunnen vormen.’ Supporters zien graag een herkenbaar eerste elftal. Bij Altior zit dat wel snor. ‘Het zijn bijna allemaal jongens uit het dorp. Als ze bij elkaar blijven kunnen ze jaren met dit team door.’ Altior eindigde na de promotie in 2018 op een negende plaats en dat was ook precies de plek die het in maart bezette op het moment dat de competitie werd afgebroken.
Wat er dit in meerdere opzichten onvoorspelbare seizoen verwacht mag worden? Voor Van der Laan is het nog koffiedik kijken. ‘Ik ken de kracht van de tegenstanders nog onvoldoende en het is lastig te bepalen waar wij staan. Laten we eerst eens een wedstrijd of zes gaan spelen. Daarna weten we meer.’ Een solide verdediging vormt volgens hem de basis om verder te bouwen. Liefst zie ik als trainer natuurlijk ook dat we dingen om een voetballende manier op lossen. Als je teveel druk ervaart, mag er ook wel een keer gekozen worden voor de lange bal. Verder zie ik graag een groep die keihard werkt met en voor elkaar en energiek is.’ Potentie en de wil om er een mooi seizoen van te maken is er zeker, zo heeft Van der Laan in de voorbereiding ervaren. ‘De deuren om te willen leren staan bij deze jonge groep zeker open.’ Het is aan de oud-prof om zijn ervaring en kennis op de juiste wijze over te brengen op zijn spelers. Als dat lukt, kan het ook in sportief opzicht een mooi jaar worden voor de jubilerende vereniging.
Dit artikel is ook terug te vinden in de oktobereditie van 433 Magazine.