Plussen en minnen in bewogen eerste jaar Jong Telstar Vrouwen
Spelen in de Beloftencompetitie Vrouwen, het voorportaal van de Eredivisie. Vele jaren was achter de schermen bij Telstar naar deze stap toegewerkt. Een talentvolle groep jonge speelsters stond te trappelen om als Witte Leeuwin uit te komen in deze competitie. Trainer Hans de Winter kijkt terug.
‘Het is een natuurlijk een bijzonder seizoen geweest, ik kijk erop terug met een dikke min maar ook met een dikke plus. De min is dat we de geschiedenis ingaan met een eerste seizoen met nul punten. Op zich zegt mij dit niet zoveel, het gaat mij om het opleiden van de meiden. Talentontwikkeling staat centraal. Zo zit ik erin, maar het achtervolgt je wel. We hebben vier keer gespeeld in de Vrouwen Beloftencompetitie, we hebben vier keer verloren. Voor het vertoonde spel kregen we veel complimenten maar feit is wel dat je met nul punten staat. Dat doet zeer, zeker omdat wij, door de afgebroken competitie door coronamaatregelen, niet de kans hebben gekregen om te laten zien dat wij ons heel erg ontwikkeld hebben.’
Dikke plus
‘Er is ook een dikke plus. Doordat de competitie stil kwam te liggen, hebben wij ons enorm kunnen ontwikkelen als team. Eerst hadden we het idee dat wij na de winterstop weer konden beginnen, daarna dachten wij dat wij in april de competitie konden hervatten. Dit is niet uitgekomen maar de ontwikkeling van het team stond niet stil. We starten het seizoen als nieuwkomers. Meiden moesten elkaar nog leren kennen. Nu we niet elke week hoefden te presteren op het veld, met de focus op het resultaat, is de nadruk komen liggen de ontwikkeling en dat zie je terug.’
‘We hadden het geluk dat wij op het complex van DSS trainen. Daardoor mochten we ook tegen teams van DSS voetballen. Elke week hebben wij wedstrijden kunnen spelen. Ik zie het als een positief jaar voor wat betreft de ontwikkeling van het team en de ontwikkeling van de speelwijze. Dat biedt hoop voor de toekomst. Andere teams uit de Beloftencompetitie hebben nauwelijks wedstrijden gespeeld. Ten opzichte van andere clubs hebben wij kunnen groeien en ontwikkelen.’
‘Opvallend is dat de groep zo snel naar elkaar toe gegroeid is. Dit zijn speelsters van ongeveer tien clubs die bij elkaar zijn gezet. Het is snel een hechte groep geworden. Ze doen ook andere activiteiten samen, buiten het voetbal om. Voetballend kwamen we in het begin nog wat tekort maar als team goed kunnen presteren is een ontwikkeling die zich heeft doorgezet. Ondanks alle perikelen rondom corona hebben wij er een team van weten te smeden. Het is jammer dat we de competitie niet hebben kunnen afmaken.’