RCL, de sportieve trots van Leiderdorp
In de Leidse regio is RCL een speler van allure. De club heeft tussen de 1350 en 1400 leden en heeft met sportpark De Bloemerd een fraaie thuisbasis. Sportief gezien beleefde Racing Club Leiderdorp van 1977 tot 1987 zijn beste periode. ‘We kwamen destijds uit in de eerste klasse, het hoogste niveau van Nederland’, aldus voorzitter Dick van der Bijl. Zelf maakte hij als speler ook deel van deze ‘gouden lichting.’ Thans is RCL al vele jaren een vertrouwd gezicht in de tweede klasse. Een mooi niveau dat dit seizoen door de switch van enkele zondagclubs naar de zaterdag extra derby’s oplevert en dat ook nog op een prachtige nieuw hoofdveld. Van der Bijl durft het te vergelijken met Nou Camp.
Ambities om te stijgen op de competitieladder zijn er zeker, maar wel zonder concessies te doen in het huidige beleid. Van der Bijl: We creëren wel aantrekkelijke randvoorwaarden, zoals een rondje schoenen, maaltijden op de club en een trainingskamp. Betalen doen we hier niet en gaan we ook niet doen.’ Ook meiden- en vrouwenvoetbal speelt binnen RCL een prominente rol. Zo komt Vrouwen 1 al geruime tijd uit op het één na hoogste niveau op zaterdag, waardoor het voor de wedstrijden heel Nederland doorkruist.
Van der Bijl noemt zichzelf een trouwe hond van de club. ‘Ik ben lid sinds 1965 en heb alle jeugdelftallen bij RCL doorlopen. Na mijn periode in het eerste heb ik de hele gang naar beneden gemaakt met een aantal oude makkers. Ik heb tot mijn 56e gespeeld bij de veteranen. Het lijf deed het nog, maar de inspiratie was weg en ben ik onder meer gaan tennissen en wielrennen. Na een vervroegd pension bij Heineken was het plan om even ‘niets’ te doen, maar al kort na mijn afscheidsreceptie kwam de lokroep om Kees van der Burg op te volgen als voorzitter van de club. En nu is Van der Bijl al weer 4,5 jaar de bestuurlijke frontman van zijn sportieve, grote liefde. In een door een virus roerige periode volgde direct een flink aantal, onverwachte uitdagingen. RCL bleef fier overeind en dat komt onder meer naar voren door het feit dat het aantal leden op peil bleef in de turbulente coronatijd. Van der Bijl: ‘De belangstelling is nog altijd groot. We hebben wel de luxe dat we de enige voetbalclub zijn in de gemeente. De instroom is door deze monopoliepositie gewaarborgd.’ Wel constateert de voorzitter dat het best een uitdaging is om leden in de leeftijdscategorie vijftien tot en met negentien jaar te behouden en te motiveren. ‘Jongens uit bijvoorbeeld de O19 hebben lang niet altijd zin om nog een wedstrijd te spelen met het 2e of op de bank te zitten bij het 1e. Dat is voor de oudere generatie soms wat moeilijk te begrijpen, maar er zijn nu eenmaal tegenwoordig meer alternatieven dan voetbal.’
Verduurzamen
Bij de meeste sportclubs is verduurzamen ook een thema dat al enige tijd hoog op de agenda staat. Door de torenhoge energieprijzen is dat alleen maar toegenomen. Acute zorgen zijn er niet bij RCL. Zo slaagde zijn bestuurlijke voorganger Van der Burg erin om in 2018 een nieuw clubhuis te realiseren. Van der Bijl: ‘Een goed geïsoleerd gebouw helpt enorm. Er liggen zonnepanelen op het dak en we hebben ledverlichting rond de velden. Daarnaast hebben we voor 2023 nog een doorlopend contract bij onze energieleverancier. Maar uiteraard blijven we kijken waar we kunnen verduurzamen en kosten kunnen besparen. Ik besteed er in mijn bijdrage in onze nieuwsbrief altijd aandacht aan om te zorgen voor een stukje bewustwording bij onze leden en iedereen te mobiliseren. De zegeningen van goedkope energie liggen achter ons en dus zullen we ons gedrag allemaal moeten aanpassen. We hebben ook een nieuw vrijwilligersbeleid ingevoerd. Dat vergt een cultuuromslag en kost tijd. De gedachte dat anderen het vele werk wel opknappen, speelt ook bij RCL. We moeten echt af van het idee dat het je het lidmaatschap van een voetbalclub louter als consument van voetbalplezier kunt beleven. Iedereen zal een bijdrage moeten leveren om de club draaiende te houden. En dan blijkt veelal dat het ook vooral heel leuk is om te doen!’
Dit artikel is ook terug te vinden in de voorjaarseditir van 433 Magazine.