De carriere van Hedwiges Maduro
Na een fraaie loopbaan, die hem onder meer bij Ajax, Valencia, Sevilla en PAOK Saloniki bracht, beëindigde Hedwiges Maduro in 2018 zijn carrière. Afstand nemen van zijn geliefde sport deed de voormalig internationaal zeker niet. Sterker nog: de week is helemaal met voetbal gevuld.
Zo assisteert Maduro (35) Erwin van der Looi bij Jong Oranje en is hij ook betrokken bij de grootste talenten onder 17 en onder 18 jaar. Daar is sinds kort het trainerschap in de jeugdopleiding bij Almere City in zijn geboorteplaats bijgekomen. De ambities van Maduro liggen hoog. ‘Ik wil voor mijn veertigste de opleiding UEFA Pro halen. Tevens is hij één van de vertrouwde analisten bij Fox Sports
Eredivisie.
Van het zogenoemde zwarte gat, waar veel professionele sporters mee te maken krijgen na hun actieve carrière, heeft Maduro dus totaal geen last. ‘Ik heb het geluk dat zowel Jong Oranje als Fox Sports op mijn pad kwam. Wat te doen als zelf stopt met voetballen? Nee, het was zeker geen vraag die hem al jaren bezighield. ‘Het idee om trainer te worden is eigenlijk een beetje ontstaan op het moment dat ik bij FC Groningen onder Ernest Faber niet meer echt in de plannen voorkwam. Ik was daar altijd al veel bezig met die jonge gasten, zoals Leandro Bacuna en Robin Tibbeling en later ook op Cyprus bij Omonia Nicosia en merkte dat ik dit en bijvoorbeeld nadenken over tactieken hartstikke mooi vind om te doen. Een goede voetballer is echter nog niet automatisch een goede trainer.
Onder Erwin van der Looi, die ook mijn trainer was bij Groningen, heb echt de kans gekregen om te leren ontdekken of het vak iets voor mij is. Daar heb ik echt bewust even de tijd voor genomen. Het is een niet te onderschatten vak, want er komt zoveel bij kijken. Het is veel meer dan alleen de spelersgroep van zo’n 23 man. Je geeft ook leiding aan een hele technische staf en het is absoluut een kwaliteit om die juist samen te stellen. Grappig is wel dat Rodger Linse die al vanaf mijn zestiende mijn zaakwaarnemer is, altijd heeft gezegd dat ik een betere trainer dan speler zou worden. In het huidige voetbal vind ik Jürgen Klopp, al zie ik het natuurlijk van afstand, het voorbeeld van een geweldige manager. Hij weet iedereen in zijn team op zijn manier belangrijk te maken door ze veel verantwoordelijkheid te geven. Dat is echt een kwaliteit.
Ik heb het in mijn loopbaan als speler zeker ook anders meegemaakt. Er waren trainers die alles zelf wilde bepalen en het bij blessures bijvoorbeeld beter dachten te weten dan de dokter. Ik denk dat alle oud-voetballers training kunnen geven. Waar het in mijn beleving om gaat, is vooral om eigenschappen als empathisch- en inlevingsvermogen en kunnen samenwerken.’
Het volledige artikel is te lezen in de juni-uitgave van 433. Mis deze edtie niet!
