De oude garde van de Koninklijke HFC
De Koninklijke Haarlemsche Football Club, kortweg de Koninklijke HFC, is een club met een zeer lange en fraaie historie. De vereniging vierde in 2019 het 140-jarig! bestaan. In 1959 kreeg de club het predicaat ‘koninklijk’ toegekend door Koningin Juliana. HFC is tevens lid van de Club of Pioneers, een wereldwijd netwerk van voetbalclubs die steeds de oudste (nog bestaande) voetbalclub van hun land zijn. Anno 2020 is HFC een bloeiende vereniging met ruim 2.000 leden. Het vlaggenschip, Zondag 1, speelt op het hoogste amateurniveau, de tweede divisie. In de rubriek de oude garde mag deze club dan ook natuurlijk niet ontbreken.
Hugo Bettink, voorzitter van de Archiefcommissie, had weinig moeite om een opstelling voor een interview met 433 Magazine te formeren. Henny Wijkhuizen, Paul Bouwman, Bob Witjas, Wybo Rijpma, Bert Vermeer, Willem Padt, Frans Crul, samen goed voor een lang verleden op het voetbalveld, in het bestuur en in de meest uiteenlopende commissies binnen HFC, kregen terecht een basisplaats toegewezen. Uit de clubtrui die de mannen deze avond unaniem dragen, blijkt al een stukje clubliefde. Paul Bouwman heeft ook zijn nette jasje en stropdas niet thuisgelaten. De sfeer zit er deze avond meteen goed in als Witjas begint met vertellen. ‘Ik stond in mijn eerste allereerste wedstrijd als linksback opgesteld, maar was afgeleid door een vliegtuig. Ze hebben me toen maar snel linksbuiten gezet. Ook al was ik stijf rechts.’ Een groot voetballer werd Witjas niet. Uitgroeien tot een belangrijke schakel voor de club deed hij op een ander terrein. ‘Ik zit al dertig jaar in de Sponsorcommissie en ben net als Bert en Hugo erelid. Waarom weet ik eigenlijk ook niet, haha.’
Wie wel hoog op het lijstje staan van meest gespeelde wedstrijden in het vlaggenschip zijn Bouwman (286) en Wijkuizen (263) wedstrijden. Als rechtsbinnen, respectievelijk middenvelder en met een aanvalslinie van maar liefst vijf spelers, maakten beiden onder meer deel uit van het team dat in 1961 speelde om het kampioenschap van Nederland in de hoogste amateurklasse. Zo snel mogelijk naar de overkant en doelpunten maken, was het credo. Ingewikkelder was het voetbal in die tijd niet. Bettink blijkt een wandelende encyclopedie te zijn als het gaat om feiten en cijfers. Hollandia en ESCA waren de tegenstanders in de beslissende fase van de competitie. HFC won met 2-1 van Hollandia en speelde in Arnhem 2-2 tegen ESCA en werd zo kampioen van de eerste klasse district West 1.
Ballotage
Tot 1977 kon je alleen lid worden van deze club als dat werd goedgekeurd door de Ballotagecommissie.‘Wat doet je vader, op welke school zit je en heb je een zuster? Dat waren de vragen die gesteld werden’, aldus Vermeer. ‘De vader van Wybo (Rijpma, red.) heeft mij behoed voor afwijzing.’ Zo kon Vermeer toch uitgroeien tot een kracht waar je er als vereniging niet genoeg van kan hebben. Vele jaren in de Jeugd- en Barcommissie en later als secretaris van het bestuur volgden. Daarnaast was Vermeer de spil van de jubileumboeken in 2004 en 2019 is hij nu één van de drijvende krachten van de Archiefcommissie ‘Ik ben ook benoemd tot erelid en daar ben ik buitengewoon trots op.’ ‘Die titel wordt hier eenvoudig gegeven’, grapt Bouwman. Al in zijn jeugdjaren was Vermeer een fanatiek supporter van het Eerste en dat is hij nu nog steeds. ‘Zelf heb ik zeven wedstrijden in de hoofdmacht gespeeld.’ Wat hem is bijgebleven? ‘Ik weet nog dat ik van Paul (Bouwman) nooit een bal kreeg en herinner me ook de uitwedstrijd tegen Hollandia. Die wonnen we met 6-1. Mijn vader kwam kijken en was iets later. Dat het op dat moment al 3-0 voor ons stond, kon hij niet geloven.’ Wybo Rijpma bracht de lange periode als actieve voetballer, tot zijn 44ste, hoofzakelijk door in de recreantenteams.
‘Ik verdraaide finaal mijn knie en toen was het direct afgelopen. Ik speelde vooral als laatste man.’ ‘Dat was vooral op zijn snelheid te compenseren’, vult één van de mannen aan. Samen met zijn jongere broertje Sjoerd werd hij al op jonge leeftijd een vaste volger van het eerste elftal en raakte hij bevriend met Bert (Vermeer).’ Als lid van de Jeugdcommissie was Wybo Rijpma de iniatiefnemer tot het afschaffen van ballotage, te beginnen bij kinderen- toen alleen nog jongens onder de twaalf jaar. ‘We gingen inzien dat je een kind niet op familieantecedenten of zo kon beoordelen. Het moest gaan om de motivatie. De Ballotagecommissie kreeg zo dus het karakter van een welwillende kennismakingscommissie.’
Het volledige artikel is te lezen in de komende editie van 433 Magazine die begin juni verschijnt.